Schelpen rapen: welke soorten vind je aan de Belgische kust?

Er is iets rustgevend aan schelpen rapen. Misschien een beetje hetzelfde gevoel als wat tuinliefhebbers ervaren als ze een dagje in de tuin bezig zijn. Je begint eraan en voor je het weet ben je met niks anders bezig. Je gedachten gaan van schelpje tot schelpje. Schelpjes rapen, het lijkt wel een vorm van meditatie.

Schelpen rapen aan de Belgische kust

Ik geniet ervan om na het werk nog even tot aan de waterlijn te wandelen. Soms begin ik spontaan met schelpen rapen. Ik wou ook wel eens wat meer weten over de schelpen die ik vond. Geef toe, hoeveel weet jij over schelpen? Het idee voor dit artikel was geboren…

Op de foto hierboven staat tussen de schelpen trouwens ook een mini-skelet van een zee-egel. De waarschijnlijk populairste schelp, de mosselschelp, ontbreekt dan weer. Als je schelpen gaat rapen om strandbloemen te kopen, dan tellen die mosselschelpen trouwens niet.

In mijn lijstje had ik ook graag nog een schaalhoren, zo’n torentje – precies een piramide – erbij willen hebben maar ik kon geen vinden. Ook als ik nog andere soorten tegenkom, vul ik dit lijstje met plezier verder aan.

Soorten schelpen

Als je bent opgegroeid aan zee, dan kan je wel enkele schelpensoorten benoemen. Soms zijn dit officieuze namen. Zo noemen we de zwaardschede, die lange schelpen die je vooral aan golfbrekers vindt messen. Niet te verwarren met de zaagjes die ook officieel zaagjes heten. Nonnetjes vind je vaak nog met 2 aan elkaar. Wij noemden dit tweelingen. Ken jij zo nog (bij)namen van schelpen? Ga je mee schelpen rapen en kijken welke soorten we vinden?

Zwaardschede

De naam ‘zwaardschede’ is nieuw voor mij. Wij noemen dit ‘mesjes’. Ik snap wel waar de naam zwaardschede vandaan komt. Ook deze schelpen tellen niet mee in het strandbloemenwinkeltje.

Zaagje

Zaagjes vind je vooral aan de Belgische en Nederlandse kust. Dit jaar zag ik er veel in Oostende. Als kind, toen we in Middelkerke woonden, zag ik de zaagjes eerder sporadisch opduiken. Deze schelpen blinken veel meer dan andere soorten. Ze hebben hun naam te danken aan de een gekartelde rand, met kleine tandjes.

Kokkel

De kokkel is voor mij zowat de koningin onder de schelpen. Vooral de witte en blauwe exemplaren zien eruit alsof ze schoonheidswedstrijden voor schelpen zouden kunnen winnen. Kokkels belanden ook al eens in de keuken. Heerlijk bij pasta! Hoe meer ribbels de kokkel heeft, hoe hoger het zoutgehalte in het water. Je kan ook groeiringen zien.

Nonnetje

Doordat de nonnetjes ook tot boven de laagwaterlijn kunnen (over)leven en een sterke slotband hebben, kan je vaak nonnetjes vinden die nog aan elkaar hangen. Je kan zelfs levende exemplaren vinden. Ze worden tot 7 jaar oud. Je kan de leeftijd aan de ringen aflezen.

Boormossel

Deze schelp kwam tot 100 jaar geleden eigenlijk niet voor aan de Belgische kust. Wellicht is de boormossel door het oestertransport tussen Amerika en Groot-Brittannië ook aan onze kust terechtgekomen. Het is een vrij opvallende schelp die makkelijk te herkennen is. De witte boormossel en de Amerikaanse boormossel lijken erg op elkaar. De Amerikaanse verdreef de witte boormossel grotendeels hoewel je ze allebei nog kan aantreffen.

Mantelschelp

Dit exemplaar was de eerste mantelschelp die ik langs onze kust vond. Ze behoren tot dezelfde familie als de St. Jakobsschelp maar zijn een stuk kleiner. Bij de bonte mantel is een van de oortjes wat kleiner. (Op de foto kan je zien dat er onderaan aan een kant precies een stuk lijkt te ontbreken.)

Strandschelpen

Er is dan nog een grote restgroep die ze voor het gemak strandschelpen noemen. Dit is de meest voorkomende soort aan de Belgische kust. Ongelooflijk maar waar: de meeste strandschelpen die je nu vindt zijn fossielen die uit het pleistoceen komen en nu pas aanspoelen.

Met een boekje zoals dit kan je makkelijk zelf schelpensoorten determineren en kom je nog meer over deze fascinerende diertjes te weten.

P.S. Benieuwd waar je zeehonden kan spotten aan de Belgische kust?